CHAPEL, winnaar ‘Don’t Move – Improve’ 2019.
Het architectenbureau Craftworks heeft een oude vervallen kapel verbouwd tot een nieuw woonhuis voor een gezin in Grove Park, Londen.
Met dit project, met de naam Chapel, heeft Craftworks onlangs de eerste prijs van de ‘Dont’t Move – Improve’ competitie 2019 gewonnen. Deze competitie wordt jaarlijks uitgeschreven door de New London Architecture. Het doel hiervan is het bevorderen van kwalitatief hoogwaardige woningverbouwingen.
De kleine kapel was vroeger een onderdeel van een victoriaans klooster. Dit klooster was al eerder, in 2014, door dezelfde architect verbouwd. Het gebouwtje ligt verscholen in een woonwijk. Dat maakte de uitdaging voor de architect ook groot. De opgave was namelijk om van de kapel een woonhuis te maken, zonder dat al te grote ingrepen in de schil van het bestaande gebouw en met respect voor de privacy van de omliggende woningen en bewoners.
Daarnaast moest modern woongemak worden toegevoegd zonder dat daardoor alle elementen van de kapel verloren zouden gaan.
benedenverdieping
Uiteindelijk is een ontwerp gemaakt waar iedereen (opdrachtgever, gemeente, monumentenzorg en omwonenden) tevreden mee was. De schaal van het oorspronkelijke gebouw is behouden gebleven. Wel is onder het woongedeelte een nieuwe benedenverdieping in het glooiende perceel afgegraven. Hier zijn vier slaapkamers, een eigen badkamer en studeerruimte ondergebracht met een reeks nieuwe raamopeningen naar de tuin.
Een donkerhouten trap leidt vanuit hier naar het woongedeelte. Zijn donkere vorm geeft het gevoel van opklimmen vanuit een crypte.
woongedeelte
In het woongedeelte is het gewelfde plafond gebleven. Hier ervaar je nog de oorspronkelijke functie van het gebouw. Ook het licht is een belangrijk element. Grote driehoekige daklichten worden gebruikt om veel daglicht binnen te brengen. De daklichten vormen samen een interessant geometrisch beeld, een eigentijdse invulling van het oude glas-in-lood.
Terwijl de zon door de lucht beweegt, lijken de facetten te verschuiven en te veranderen, waardoor een glinsterende en heldere binnenkant ontstaat.
Een andere verwijzing naar de oude functie is de moderne interpretatie van het altaar en kerkorgel. Achter een gedraaide en gecanneleerde muur van koperen en hout bevinden zich een toilet en kastruimte. Daarboven is een studieruimte die uitkijkt op de woonruimte.
materiaalgebruik
Het materiaalgebruik is bewust rustig gehouden. Het buitenmetselwerk is gemaakt van bakstenen die zijn teruggewonnen uit de bestaande kapel. De dakleien zijn teruggewonnen van lokaal gesloopte gebouwen. De binnenmuren zijn van gewaxt kalkpleister met parelmoeren schelpen. De vloer is gelegd met extra brede lengten gebleekt douglashout. Dit in contrast met de sobere donkere tinten van het gerookte eiken interieurwerk.
Alle werkzaamheden werden uitgevoerd door een eigen team van lokale vakmensen en onderaannemers uit Londen.
Fotografie is van Edmund Summer en Stale Erikson